Mailwisseling ‘Mensenwerk in Fact’ – John en Roland deel 11

Deel 11 – Mailwisseling ‘Mensenwerk in Fact’ tussen John en Roland

Hoi Beste Grote Werkvriend Roland!

Dank voor je brief over hoe te handelen in een crisis bij een mens. Helder en duidelijk hoe jij daarin staat. Ik hoop alleen dat ik iets van twijfel of overdenking heb gezaaid in het algemeen. Want hoewel de methodes om iemand in crisis te helpen nu modern en legitiem lijken te zijn, kunnen ze in de toekomst weer anders zijn door nieuwe inzichten. Kun jij aangeven of er nieuwe methodes zijn?  Bijvoorbeeld: Virtual Reality. Want kennis is macht net als de derde kennisbron: ervaringsdeskundigheid.

Af en toe geef ik een gastles over ervaringsdeskundigheid en over GGz Breburg, waar niet meer gesepareerd wordt. Tijdens de les op AVANS Hogeschool waren er studenten die bij een penitentiaire inrichting werkten. Ze vertelden dat daar nog wel geïsoleerd werd wanneer iemand in de war was. Het werd tot in detail verteld. Het herinnerde mij aan de keren dat ik in de isoleer moest.  Op dat moment in die les werd ik gespannen en ik kreeg zweethanden en een droge mond. Ik verborg mijn toestand met herbeleving van die isolatie en ik herpakte mijzelf.

Ik zei: dat dit zeker niet herstel bevorderend was. Ik gaf aan dat ik er goed uitgekomen ben. Ik heb werk, een huis, vrienden en familie. Het koste me veel moeite om mijn verhaal verder te doen in die klas dus zei ik: Het kan altijd nog erger… Ik gaf aan dat mijn situatie niet de slechtste was en ik er goed uitgekomen ben. Iemand noemde die gedachtegang als een coping mechanisme. Ik bevestigde dat.

Ik nam een slokje van mijn flesje water want mijn mond was zo droog. Ik probeerde inderdaad mijn eigen verdriet een plek te geven, in dit leslokaal waar alles op me af kwam. Op het eind van de les kreeg ik een bloemetje van de docent waar ik niet blij mee was. Ik was overprikkeld en moest nu met die grote bos terug naar het station. Gauw liep ik het schoolgebouw door met angstzweet in mijn handen naar buiten. Haha, dat moet een gek gezicht geweest zijn; een gestreste man snel wandelend, rokend en met die bos bloemen zwaaien! Maar ik redde het net zoals altijd de laatste jaren mede door de goede zorg die ik kreeg.

Toen ik echt in crisis was zag ik zaken die er niet konden zijn, hoorde stemmen en voelde ik me eenzaam alsof ik stervende was. Zo heftig was het. Maar dat is niet uniek en geldt zeker niet alleen voor mij. Zo was het een eyeopener voor mij, dat een journalist die zijn eerste psychose beschreef, dezelfde situaties beschreef zoals ik had gehad. Ook hij had de psychiater een duivel genoemd en hij had belevingen in zijn psychose die ik herkende van mezelf. Vreemd om dat zo te moeten lezen. Dat maakt duidelijk dat door kennis van psychoses op te doen, je de ander eruit kunt helpen, zoals jij kan Roland. Neemt niet weg dat ieder mens anders is terwijl de journalist misschien een blikje bier opentrekt na een week werken, ik liever chocolade roomtruffels en een beker chocolademousse ga halen bij de supermarkt. En wellicht houdt de ander meer van pasta en ik meer van stamppotten.

Maar Roland, ik ben het met je eens dat wanneer iemand in crisis is er snel moet worden gehandeld, en jouw methodes omdat te doen zijn legitiem.  De vraag is alleen of dat bij die ander ook zo over komt. Bij mij kwam het over alsof ik iets heel verkeerds had gedaan. En is iemand die in crisis is niet uniek in zijn hulpvraag en moeten daar dan altijd dezelfde methodes bij worden gedaan? Af en toe had ik heldere momenten, hadden die niet meer gebruikt kunnen worden om mij te leren kennen en mij uit te leggen waarom een bepaalde behandeling of medicatie nodig was…

Ik hoorde mijn psychiater zeggen dat er tegenwoordig minder medicatie wordt voorgeschreven in tegenstelling tot de tijd toen ik opgenomen was. Het is voortschrijdend inzicht dat tegenwoordig iemand met minder medicatie goed kan herstellen. Toch is er veel weerstand tegen medicatie en dat is om het plat te zeggen niet gek. Een psychische aandoening komt niet van de ene op andere dag zoals een gebroken been maar kan een proces zijn van jaren. Het kan maken dat iemand zijn ‘ziekte’ niet ziet. Zeker niet als hij opgeknapt is van de psychose en zich weer oké voelt. Het voorkomen van een terugval lijkt dan niet logisch immers men voelt zich weer goed. Een lastig feit om toch verder te moeten met medicatie om het risico van een terugval uit te sluiten. Ik stond ook meerdere malen in mijn leven voor die keuze en heb vaak geweigerd. Alleen door schade en schande wijs geworden, kon het niet erger worden dan het was, dus besloot ik die medicatie te nemen. En dat heeft mij geholpen mijn leven op te kunnen bouwen wat me al die jaren daarvoor niet was gelukt. Ik prijs me gelukkig met de zorg die ik heb gehad maar ook over mijn eigen veerkracht!

Maar ik kan wel begrijpen dat er mensen zijn die geen zorg of medicatie willen. Zo maak ik plannen van aanpak samen met cliënten om verplichte zorg af te wenden. De verplichte zorg kan opname op locatie zijn of verplichte medicatie. De cliënten maken soms met zweet in hun handen en met veel emoties hun plan van aanpak. Hen te kunnen helpen is een voorrecht. Ze vragen aan mij hoe ze dit aan moeten pakken nu ze op een tweesprong staan. Samen kijken we naar hoe we het beste hun wensen kunnen beschrijven. Je ziet dan hoe beladen medicatie en een opname kan zijn. De verplichte zorg heeft een grote impact op hun leven en privésfeer. Ze voelen daarbij dat hun toekomst op het spel staat door weer een (gedwongen) opname of de pillen te moeten nemen die veel bijwerkingen hebben.

Ook is het ondersteunen van het schrijven van een zelfbindingsverklaring mooi werk. Hierbij kan iemand juist aangeven wat hij wel of niet wil bij een crisis. Het gaat vooral om zijn eigen verhaal, daardoor krijgt hij meer regie. Na het zien van een onafhankelijke psychiater, die kijkt of iemand wilsbekwaam is, kan het plan bekrachtigd worden. De cliënt kan zeker weer vertrouwen en rust krijgen dat alles goed geregeld is mocht hij een terugval hebben.

Roland, ik word altijd weemoedig aan het eind van het jaar. Mijn vakantie is tegelijkertijd met de lockdown begonnen. Na een jaar werken heb ik dus tot de tweede week van januari vrij. Tijd om samen te zijn met mijn familie en vrienden. Ondanks de beperkingen kan ik toch genieten van de rust en ruimte die ik heb om bij te komen. Ik tel mijn zegeningen omdat ik goede collega’s heb en ik het fijn werk vind met de cliënten. Ook leuk om te vermelden is dat mijn boekje “Aangedane Liefde” (2014) gebruikt wordt in een onderzoek naar herstelverhalen door Erasmus Universiteit en TU Delft waarbij de uitkomsten gebruikt kunnen worden naar toepassingen in de zorg.  Een bijzondere vorm van erkenning van mijn werk en inzet.

Ik kijk uit naar je antwoord op mijn brief!

Met winterse warme groeten,

John

John, liefhebber van mensen en stamppotten,

Iets van een licht ongenoegen overvalt me toch, lezend hoe jij oplopend gespannen werd als gastdocent. Staand voor een groep studenten, sommigen met maar een paar procent van jouw levenservaring, die voorbarige conclusies lijken te trekken over jouw gedachte en er een boekenwijsheid-term als ‘coping-mechanisme’ opplakken. Wat onbedoeld uit de hoogte zou ik zeggen, wat te weinig gelijkwaardig, een studentenbejegening naar jou toe zonder enig kwaad in de zin, maar die jouw expertise toch niet op waarde schat. Jammer ook dat niemand in de zaal je spanning oppakte en aanvoelde dat het ingebrachte verhaal voor jou confronterend was. Dat neem ik de studenten overigens zeker niet kwalijk, het is me al vaker opgevallen: mensen met een schaafwond op de ziel zijn emotie-kameleons. Maar mijn punt is dit: ik vraag me hardop af of zo’n groep studenten een overschouwende gedachte van een lesgevende psychiater met hetzelfde ‘wise-ass’-gemak een coping-stempeltje zouden hebben gegeven. Echte gelijkwaardigheid als grondattitude, inzien dat ervaring inderdaad een heel belangrijke kennisbron is in de sociale psychiatrie, waardevoller in elk geval dan hoogdravende inzichten over dopamine-overschotjes door jargon-babbelende psychiaters. Alsof iemand ook écht iets van snapt hè van die hersenchemie, de suggestie wekkend dat een menselijke ervaring zich terug laat pellen tot zoiets tastbaars als hersenstof.

Gelukkig kan het ook anders dan tijdens die lastige les op AVANS. Een paar weken geleden was jij op onze uitnodiging in een vergadering met de geneesheer-directeuren van GGz Breburg aangesloten. Je kreeg de volle aandacht om te spreken over jouw inspanningen op het vlak van de wvggz: hoe verplichte zorg te voorkomen, hoe kan je als ervaringsdeskundige helpen als het toch zo ver komt? De manier waarop jij in zo’n vergadering je rol pakt, het belang van ervaringsdeskundigheid onder de aandacht brengt, dat is van een ontwapenende werkpracht. En ontzettend belangrijk voor ons, om juist jou te horen zeggen dat sommige cliënten een ‘Plan van Aanpak’ (ter mogelijke voorkoming van verplichte zorg) met hetzelfde zweet in de handen invullen als waar jij dat klaslokaal mee verliet. Want als ik in mijn rol als geneesheer-directeur een zorgmachtigingsaanvraag beoordeel, zit ik in een volle ‘werkmodus’, een inhoudelijke en administratieve afhandeling. Dan bestaat het risico dat ik in dat moment het belangrijke besef mis van hoe individuele cliënten worstelen met de onzekerheden die horen bij zo’n aanvraag, die uiteindelijk aan de rechter zal worden voorgelegd.

Je schrijft terecht dat hoe legitiem verplichte zorg dan ook mag zijn, het altijd de vraag is hoe dat op de cliënt overkomt. Dat is een belangrijke vraag, en die raakt ook een lastig punt. Als iemand totaal ontregeld verplichte zorg nodig heeft om de mogelijkheden van het eigen herstel weer aan te zwengelen, dan is dat -en vind ik dat- heel goed te verantwoorden. Maar genoeg dingen die in het leven ‘goed zijn te verantwoorden’, zijn een stuk minder goed doorleefd te begrijpen. Want ondanks de verstoorde toetsing van de realiteit die de verplichte zorg noodzakelijk maakt, is het voelen zélf, dus ook het diep verontwaardigde gevoel van onrecht en inbreuk op de eigenheid vaak even ongestoord als bij ieder ander. De emoties van de cliënt en de rationele verantwoording van de psychiater wringen en schuren dan natuurlijk als tektonische aardplaten. Voor sommige cliënten is die omschrijving echt geen dichterlijke overdrijving, het enorme spanningsveld dat kan ontstaan tussen mij en een hevig verongelijkte cliënt vind ik nog altijd heel lastig.

Echt nieuwe inzichten hoe crises te bezweren ken ik eigenlijk niet, maar de geschiedenis van ons vak leert inderdaad dat wat ooit een heel goed idee leek, achteraf bepaald niet onomstreden is gebleken: koortstherapie, diepe-slaaptherapie, insuline-comatherapie. Een vak in beweging dus, en zo hoort het ook. Iets kleins misschien alvast. Het is opnieuw jouw ervaringswijsheid die me al lezende aan het denken zet: op die heldere momenten tijdens een crisis, die zich volgens mij altijd wel voordoen, daar ligt in elk geval braak land om te bewerken voor hulpverleners: hoe signaleren we die momenten en hoe ga je dan in gesprek?

Ik deel je eindejaar-weemoed en wil even stil staan bij ons tweetjes. Wij samen zijn op de werkvloer van ons FACT-team een soort wandelende schelmenroman. Goedlachs, goedhartig, maar niet te beroerd onze moeite met nodeloze regels en administratie te cultiveren. Laatst deden we eindelijk samen weer eens een intake. Wij hadden beide het gevoel: deze intake, bij wijze van spreken, niks ‘fout gedaan’. Goed contact met de cliënt, cliëntensysteem betrokken en ruimte gegeven, menselijk, elkaar aanvullend. De dag daarna kon ik echter geen letter kwijt in het dossier, dat niet ‘open’ bleek te staan. Even schakelen met onze secretaresse. Die mailde met vette knipoog terug ‘nee, natuuuurlijk hebben jullie alles goed gedaan’, maar we werden er fijntjes, ik vermoed hoofdschuddend, op gewezen dat zonder de juiste inschrijf- en toestemmingsformulier geen enkel dossier opengaat. Niet onze sterkste kant, aan dit soort formulieren denken.

De wetenschap dat wij ook komend jaar dit soort nutteloos administratie-schuim op de golven van goede zorg zullen vergeten vind ik troostend, dat alle andere teamleden van ons niet anders verwachten ervaar ik als onze geuzentitel. Dat jouw denk- en schrijfwerk gebruikt gaat worden voor onderzoek vind ik een terechte kroon op jouw werk, je mensbeeld, je hele zijn. Een herstel mastodont in hart en nieren. Ik ben trots op je John.

Geniet van je vakantie, je geliefden, het leven en heel graag weer tot in 2022, hartengroet! Rolan