Mailwisseling ‘Mensenwerk in Fact’ deel 2 – tussen John en Roland

Roland je bent naast medisch onderlegd natuurlijk een echte sociaal psychiater dat zie ik. Je bent naast de medicijnen ook gewoon nieuwsgierig hoe iemand weer ‘gelukkig’ kan functioneren na of tijdens een crisis. Dat alles vanuit de eigenheid van de mens die we voor ons hebben.

Ja, ik was bang dat je boos was omdat ik iemand geholpen had met dat ene medicijn in zijn rol te krijgen waarin de apotheek niet erg meewerkend was. Het lukte mij na drie telefoontjes. De reden dat ik dacht dat je het met deze actie van mij niet eens zou zijn omdat het eigenlijk jouw werk was. Nadat ik het bij jou checkte zei je dat ik dit mocht doen omdat jij ook wel eens ervaringsdeskundige interventies deed vanuit jou zelf. Ik was blij dat je in je functie als medisch specialist niet boos was en dat heb ik anders meegemaakt.

Mijn eerste ervaringen met psychiaters waren ronduit slecht. Bij mijn eerste opname toen ik de psychiater van de afdeling om een gesprek vroeg zei hij: “nee je bent ziek en het heeft nu geen zin”. Die woorden kwamen als een hamer op mijn kop. Ik was uit het veld geslagen des te meer omdat ik op die afdeling momenten had dat ik wel helder was naast de lijdensdruk die ik ervaarde. Het maakte dat ik voortaan psychiaters en andere hulpverleners stigmatiseerde. Ik had het idee dat bij hun leven alles beter was en dat ik slecht, zwak en afwijkend was. Dat heeft me jaren gekost dit idee. De situaties zoals de meerdere lange opnames die ik had was een bevestiging van mijn onvermogen en diagnoses die gesteld werden waren een verwacht oordeel van mijn functioneren. Wat betreft het lichtje wat je scheen bij de automonteur en het menselijk gesprek wat jullie erna hadden vind ik wel symbolisch voor deze tijd van ambulantisering maar dan de rollen omgedraaid. Zo is de monteur de mens die als autodidact en ervaringsdeskundige van zijn eigen kwetsbaarheid zijn motor bekijkt samen met jou en mij terwijl jij er een lichtje bijhoudt. Zo kan de mens zijn eigen kracht behouden zonder oordeel zoals bij mijn eerste psychiater dat ik er niet klaar voor was om aan mezelf te werken. Niet dat je herstel altijd eigen keuze is en je juist kan leren als mensen onder elkaar. Zoals de cliënt met zijn eigen levenservaring, de psychiater met zijn medische kennis en de knowhow van een ervaringsdeskundige. Een gesprek zoals jij met de monteur hebt zouden mensen vaker en meer moeten doen. Interesse tonen in de ander of je nu hulp geeft of krijgt is belangrijk. Maar Roland ben jij bereid je ervaringsdeskundigheid vaker in te zetten en hoe doe je dat dan. Wat vind je voor de toekomst is medische kennis belangrijk of juist uit persoonlijke of collectieve ervaring? Groet John

——

John, mooi mens. Een zielendokter die tijdens een opname een gesprek weigert omdat je psychiatrisch ziek bent, dat is bijna grappig. Daar is iets ernstigs misgegaan, daar zijn we snel klaar mee.

Ben ik bereid vaker mijn eigen ervaringsdeskundigheid in te zetten als psychiater ? Een mooie vraag. Als we het hebben over gezondheidservaringen, kan ik aardig meepraten over een bipolaire belasting in mijn eigen familie, maar zelf ben ik de manisch-depressieve dans ontsprongen. Mijn ervaringen ‘als familie-betrokkene’ gebruik ik overigens met regelmaat.

Iets persoonlijker kamp ik met een ongelofelijk wankel oor, met aardig wat gezondheidslast. Om te beginnen vind ik het confronterend om ‘aan de andere kant van de tafel’ te zitten. Hoe enorm vervelend onzekerheid over je gezondheid is bijvoorbeeld, het gemis van een zekere onbevangenheid op dat vlak. Of heel praktisch: hoe irritant het is lang te moeten wachten op een specialist met een overvolle agenda. Sindsdien ben ik me daar veel beter van bewust (wat helaas niet betekent dat mijn spreekuur altijd netjes in de pas loopt).

Ondanks een soort luiheid op het vlak van horen, vindt mijn slechte oor vreemd genoeg wel de energie om me te teisteren met hinderlijke oorsuizingen. Die resulteren dan weer af en toe in een gekke waarnemingsvervorming. Ik hoor dan bijvoorbeeld met stellige overtuiging bepaalde geluiden die er helemaal niet blijken te zijn, en daar is natuurlijk een mooie overlap met een kernklachten van een deel van onze cliënten. Het ‘opengooien’ van die ervaringen heeft al mooie gesprekken opgeleverd, waar mensen ook op terugkomen, en soort extra erkenning in vinden.

Wat ik wel aan mezelf merk, is dat ik niet met iedereen spreek over mijn oor-ervaring. Intuïtief tast ik dat toch een beetje af. Dat komt misschien omdat in mijn stijl van werken met regelmaat alledaagse, persoonlijke dingen deel met cliënten. Dat past bij me en vind ik ook belangrijk, om vooraleerst als mens gezien te worden, en vanuit die basis contact te maken. Maar ik heb ook wel eens meegemaakt dat die persoonlijke elementen tijdens een ontregeling of crisis door de cliënt ter sprake werden gebracht, in een ‘verwarde’ context. Ik merkte dat ik dat heel onprettig en ongemakkelijk vond. Ik werd er ook onzeker van: heb ik me soms onprofessioneel gedragen? Want de cliënten ‘belasten’ met iets persoonlijks vind ik dan weer een kunstfout. Het blijft dus aftasten. Herken jij zoiets John? Waar liggen jouw grenzen van openheid en ‘ketst’ er ook bij jou wel eens iets ongevraagd terug?

Ik zie op sociale media af en toe psychiaters en psychologen die hun eigen psychiatrische kwetsbaarheid delen. Ik kan me goed voorstellen dat het echt heel helpend is voor cliënten wanneer een kwetsbaarheid nu juist gedeeld wordt door behandelaren. Het viel me wel op dat in de reacties op sociale media deze behandelaren door sommige ervaringsdeskundigen werden bewierookt als ware popsterren. Dat geeft mij een ongemakkelijk gevoel. Begrijp me alsjeblieft goed. Ik bewonder hen enorm als mens, omdat een kwetsbaarheid bespreken altijd erkenning en respect verdient. Maar ik ben diepgeworteld opgegroeid met de gedachte dat alle mensen anders zijn, en toch even gelijk. Dus ik snap de ervaringsdeskundigen niet, die de erkenning van hun eigen beroep en expertise bij uitstek lijken te vinden in de gedeelde ervaringen van een ‘klassieke’ behandelaar. Alsof de gedachte is, ‘kijk als zélfs de psychiater zijn kwetsbaarheid deelt, nou dan…..’. Volgens mij weerklinkt in die gedachte nu juist het soort stigma dat we moeten doorbreken. Het is geweldig wanneer mensen hun ervaringen in durven te zetten om een ander mens verder te helpen, maar laten we ophouden om daar een hiërarchie van ‘dapperheid’ of belangrijkheid in aan te brengen.

Je laatste vraag dan, is in de toekomst medische kennis belangrijk of juist de persoonlijke of collectieve ervaring? Ik las vorig jaar een mooi initiatief van Wiepke Cahn, die samen met ervaringsdeskundigen een gepersonaliseerde vorm van psychosezorg bepleit. Een methode om de wezenlijke vraag te beantwoorden : welke ingrediënten van behandeling passen nou het beste bij jouw persoonlijke doelen en wensen, en welke componenten heb je dus misschien wel helemaal niet nodig? Een methode waarin de inbreng van fundamenteel onderzoek hand in hand gaat met de ervaringen van bijvoorbeeld cliëntenpanels. Schitterend en zinvol werk lijkt me, dat is de toekomst hoop ik, waarin de menselijke ervaring in gelijke tred loopt met het even belangrijke, hardcore medisch onderzoek.

 

Grote groet weer ! Roland